De ongelijkheid tussen man en vrouw in India is groot en hardnekkig. Vaak krijgen meisjes minder te eten dan jongens en mede daardoor is hun sterftecijfer hoger. Meisjes krijgen minder onderwijs dan jongens. Als ze zestien zijn of ouder worden ze vaak uitgehuwelijkt, een studie vindt de familie dan niet nodig voor ze. Ongeveer tweederde van de volwassen vrouwen is ongeletterd tegenover een derde ongeletterde mannen.
Ook jongens krijgen lang niet altijd voldoende onderwijs. Arme ouders kunnen gewoonweg de kosten van school, leermiddelen, vervoer en schoolkleding niet betalen. Ze moeten dan maar gaan werken: kinderarbeid dus. Het komt echter ook vaak voor dat kinderen maar wat rondhangen. En of ze nu werken of rondhangen, deze kinderen leren in ieder geval niet genoeg. Ze zullen daar hun hele leven last van hebben.
Bij grote armoede is er natuurlijk ook geen geld voor medische zorg. Als een kind iets breekt, door een slang gebeten wordt, ernstig ziek wordt, ontstekingen oploopt of een poliovirus oppikt is er grote kans dat hij levenslang gehandicapt raakt. Het poliovirus verspreidt zich via ontlasting naar de mond door slechte hygiënische omstandigheden of via de lucht door druppeltjes van hoesten, praten, niezen en lachen.
Polio is niet te genezen maar wel te voorkomen door vaccinaties. Dat vaccineren gebeurt in veel landen – ook in India – al jarenlang en daardoor is de ziekte nu bijna uit de wereld verdwenen. Maar de kinderen die de kinderverlamming eenmaal hebben zijn domweg grote pechvogels. Gehandicapte kinderen hebben in India een heel lage status en heel weinig kansen op een menswaardig bestaan.
Stichting Kindia ondersteunt een projecten in Zuid-India waar Indiase mensen zich het lot aantrekken van verweesde, gehandicapte, verlaten jongens en meisjes. Kindia helpt hen om voor deze kids een betere toekomst mogelijk te maken. Het is onmogelijk om de hele wereld te verbeteren maar elk kind dat gered wordt is er één. Ieder kind is een mens en heeft recht op zijn bestaan en op een goede toekomst.